Zondag 14 januari 2014. Vuurdoop voor Carolien. Ik ben de voorganger, zij houdt de overweging. We zijn allebei voorgedragen als voorganger, voor mij is het de 23ste keer, voor Carolien de 1e keer(1). We hebben het samen voorbereid, samen de liederen en gebeden, zij de overweging en ik de inbedding. Samen met de voorbereidingsgroep op maandagavond natuurlijk.
Carolien proeft aan het voorgaan. Spannend natuurlijk, ondanks alle goede voorbereidingen. Je staat daar toch maar mooi met alle ogen op je gericht achter die tafel. Ik herinner me nog mijn allereerste keer: ik deed mijn mond open en niemand die knikt of iets terug zegt – ik schrok: er is geen reactie. Alles wat je zegt en vertelt en benadrukt moet helemaal uit jezelf komen, zonder aanmoediging of bevestiging. Je laat je overtuiging zien, je bezieling en je betrokkenheid en je weet niet of het overkomt. Tegenwoordig voel ik of het aankomt, toen nog niet. Als beginner ben je blij dat je de kerk kunt inkijken, zonder je tekst kwijt te raken. Soms lukt het je beter, soms minder. Soms heb je teveel woorden, soms te weinig. Altijd weer is het uitdagend om echt te zijn, er helemaal te zijn en voor je boodschap te staan. Altijd weer vreugde om een overweging te maken, hoe lastig de start ook is. En altijd ook weer denk ik: “dit keer is het wat minder goed geslaagd”. Ja, altijd kwetsbaar, dat went nooit helemaal.
Carolien houdt haar overweging over het verhaal van de doop van Jezus in de Jordaan. Voor haar staat de doop voor een onomkeerbaar keuze op zielsniveau. Je laat het toe, de woorden “Jij bent mijn geliefde kind, in jou vind ik vreugde”. Ze klinken voor jou. “Daarna neem je een enorme ademteug en laat je die Onvoorwaardelijke Liefde helemaal naar binnen stromen. Niet meer en niet minder. Want jij bent geliefd.”
Na het tafelgebed deelt Carolien het brood en de wijn uit. Thea komt naar voren. Carolien spreekt de zin uit: “Thea, je bent geliefd”. En Thea lacht en zegt: “Jij mag blijven”.
(1) - Ieder jaar worden er voorgangers voorgedragen uit de gemeenschap, minstens 5 voordrachten moet je hebben. Ook voor zittende voorgangers komt ieder jaar die vraag opnieuw: wil je voorganger worden komend jaar? Als je ja zegt, dan kom je op de lijst en schrijf je je motivatie. Dan is er een tweede verkiezingsronde, een maand later. Ieder Duiflid mag maximaal 10 voorgangers kiezen en iedere voorganger moet ten minste derde van de uitgebrachte stemmen hebben.